Nader onderzoek
Indien uit de Eco-effectscan blijkt dat het voorkomen van beschermde soorten in en rondom het projectgebied niet uitgesloten kan worden en de geplande werkzaamheden mogelijk een negatief effect op deze soorten kunnen veroorzaken, is nader onderzoek noodzakelijk. Uit het nader onderzoek komt naar voren wat de daadwerkelijke functie van het projectgebied is voor deze beschermde soorten. De periode waarin nader onderzoek is soortspecifiek, maar komt in veel van de gevallen neer op een inventarisatieseizoen van april tot en met september. Het uitvoeren van een nader onderzoek is altijd maatwerk. De onderzoeken worden uitgevoerd conform de bestaande Kennisdocumenten en soortprotocollen. Wij doen onderzoek naar de volgende soorten: flora, vleermuizen, grondgebonden zoogdieren, huismussen, gierzwaluwen, uilen, roofvogels,overige broedvogels, reptielen, amfibieën, vissen, vlinders, libellen en overige ongewervelden.
blank
Vleermuizen
Alle in Nederland voorkomende vleermuizen zijn beschermd binnen de Omgevingswet. Vleermuizen maken binnen hun netwerk gebruik van vaste verblijfplaatsen, foerageergebieden en vliegroutes. Deze vaste rust- en verblijfplaatsen zijn jaarrond beschermd, ook als de dieren op dat moment niet aanwezig zijn. Daarnaast zijn vaste vliegroutes en essentiële foerageergebieden, die nodig zijn om een verblijfplaats te laten functioneren, ook jaarrond beschermd.
Wanneer blijkt dat bebouwing, bomen of andere structuren in het plangebied mogelijk geschikt zijn als functioneel leefgebied van vleermuizen, dient nader onderzoek uitgevoerd te worden. Hierbij wordt gelet op vaste rust- en verblijfplaatsen, foerageergebied en vliegroutes van vleermuizen. Indien uit het nader onderzoek blijkt dat er essentiële onderdelen van het leefgebied van vleermuizen aanwezig zijn én de werkzaamheden hebben een negatief effect hierop, dan dient een ontheffing aangevraagd te worden.
Gierzwaluwen
Gierzwaluwen zijn echte trekvogels en bevinden zich in Nederland van april tot en met augustus. In deze periode broeden de gierzwaluwen op hun nest wat, in Nederland, in bebouwing plaatsvindt. Gierzwaluwen broeden onder dakpannen, achter regenpijpen, gaten in muren en ook wel in neststenen. Verblijfplaatsen van gierzwaluwen zijn jaarrond beschermd, ook wanneer de vogels niet aanwezig zijn. Wanneer de bebouwing in het plangebied geschikt is voor gierzwaluwen en de werkzaamheden van uw project mogelijk een negatief effect veroorzaken op deze verblijfplaatsen, dient nader onderzoek uitgevoerd te worden. Wanneer uit het nader onderzoek blijkt dat gierzwaluwen aanwezig zijn en de verblijfplaatsen aangetast worden, dient een ontheffing aangevraagd te worden.
Huismussen
Huismussen zijn echte standvogels en zijn gedurende het hele jaar aanwezig in of nabij hun broedlocatie. Naast een geschikte nestplek, welke zich in of tegen bebouwing bevindt, is de huismus ook afhankelijk van voldoende (winter)groene structuren, vers water en de aanwezigheid van zandige plekken binnen een straal van 200 meter vanaf de nestlocatie. Al deze onderdelen die de nestlocatie als zodanig laten functioneren, zijn jaarrond beschermd. Wanneer de werkzaamheden van uw project mogelijk een negatief effect veroorzaken op verblijfplaatsen of essentieel leefgebied van de huismus, dient nader onderzoek te worden uitgevoerd. Wanneer uit het nader onderzoek blijkt dat huismussen aanwezig zijn, en essentieel leefgebied aangetast wordt, dient een ontheffing aangevraagd te worden.
Gebiedsbescherming
Natura 2000
Natura 2000 is een Europees netwerk van speciale beschermingsgebieden, die in het kader van de Habitat- en Vogelrichtlijn van de Omgevingswet zijn aangewezen. Nederland kent ruim 160 Natura 2000-gebieden die zijn aangewezen vanwege bijzondere habitat en/of diersoorten die daar voorkomen.
Indien uit de Eco-effectscan blijkt dat negatieve effecten op beschermde gebieden worden verwacht, is het uitvoeren van een Voortoets’ op zijn plaats. Een Voortoets is specifiek gericht op de mogelijke effecten van de ingreep of activiteit op het Natura 2000-gebied. Indien uit dit onderzoek blijkt dat significant negatieve effecten op het Natura-2000 gebied uitgesloten kunnen worden of door eenvoudige maatregelen te voorkomen zijn, is een verdere toets of vergunningaanvraag niet noodzakelijk. Indien significant negatieve effecten niet uitgesloten kunnen worden, dienen deze verder te worden onderzocht middels een ‘Passende Beoordeling’. Een Passende Beoordeling wordt vervolgens gebruikt voor de vergunningaanvraag bij het bevoegd gezag.
Natuurnetwerk Nederland
Het Natuurnetwerk Nederland, voorheen de Ecologische Hoofdstructuur, is het Nederlandse netwerk van zowel bestaande als nieuw aan te leggen natuurgebieden. Onder het NNN vallen alle Natura 2000-gebieden, maar ook de 20 Nationale Parken in Nederland. Gebieden waar nieuwe natuur wordt aangelegd, bepaalde landbouwgebieden en alle grote wateren behoren ook tot het NNN. Wanneer de geplande werkzaamheden zich bevinden in een gebied behorend tot het NNN, en mogelijk negatieve effecten hierop niet uitgesloten kunnen worden, is het uitvoeren van een Nee-tenzij-toets noodzakelijk. De provincie bepaalt op basis van deze toets of er toestemming voor het plan gegeven kan worden en of er mitigerende of compenserende maatregelen getroffen moeten worden.
Programma Aanpak Stikstof
De meeste Natura 2000-gebieden zijn gevoelig voor de neerslag van stikstof. De Omgevingswet bepaalt dat nieuwe, maar ook uitbreidingen van bestaande economische activiteiten, moeten worden getoetst op hun effect op Natura 2000-gebieden.
Om het overschot aan stikstof (ammoniak en stikstofoxiden) in Natura 2000-gebieden aan te pakken is het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in het leven geroepen. Het programma bevat een integrale beoordeling van de bron- en gebiedsgerichte maatregelen voor de aanpak van de stikstofproblematiek. In dit programma werken overheden, natuurorganisaties en ondernemers samen aan ruimte voor economische ontwikkelingen, sterkere natuur en minder stikstof.
Voortoets
Voor projectgebieden die in of nabij beschermde natuurgebieden liggen, zoals Natura 2000-gebieden, dient een ‘Voortoets Omgevingswet’ uitgevoerd te worden. In een Voortoets wordt getest of de ontwikkelingen een significant verstorend of verslechterend effect hebben op instandhoudingsdoelen van het betreffende natuurgebied. Indien dit niet op voorhand kan worden uitgesloten, dient een ‘Passende Beoordeling’ te worden uitgevoerd. Indien verslechtering van het beschermde gebied niet uitgesloten kan worden, dient er een verslechteringstoets uitgevoerd te worden. Nadat een passende toetsing van de werkzaamheden op het beschermde gebied is uitgevoerd kan er een ontheffingaanvraag gedaan worden.
Aqua-Terra Nova BV
Zuidweg 79
2671 MP Naaldwijk
Telefoon: 0174 – 625246
E-mail:
info@AquaTerraNova.nl
K.v.K. Haaglanden: 27240696
BTW nummer:
NL 8105.67.878.B01
Bankrekening:
NL08 RABO 0368 1199 55
Aqua-Terra Nova heeft zich ontwikkeld tot een allround bureau met een breed scala aan onderzoeken en adviesdiensten voor ecologie, milieu, ruimtelijke ontwikkelingen en waterkwaliteit. Neem middels het contactformulier eenvoudig contact met ons op voor hulp op een van deze vakgebieden.
Aqua-Terra Nova werkt bij de uitvoering van projecten en diensten volgens De Nieuwe Regeling 2011 (herzien 2013).
Contactformulier
Bekijk hier onze leveringsvoorwaarden & Disclaimer.
Bent u op zoek naar advies op het gebied van water en legionella? Bezoek dan de website van ons zusterbedrijf Aquraat.
Aqua-Terra Nova is lid van Netwerk Groene Bureaus en werkt conform hun gedragscode.
Aqua-Terra Nova werkt aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO).